Sinds ik schrijf bezoek ik regelmatig literaire evenementen. Zo was ik zaterdag bij het literair festival van Das Magazin. Een mooi concept waarbij je van te voren kunt kiezen uit een aantal leesclubs met bekende schrijvers wier boek je thuisgestuurd krijgt, dit leest en er op de avond zelf vragen over mag stellen. Zaterdag ging ik met twee schrijfvriendinnen naar de leesclub van Herman Koch in Roest (een prachtige oude loods in Amsterdam waar culturele activiteiten worden georganiseerd). We mochten Herman bevragen over zijn huidige boek Geachte heer M., zijn andere boeken, over alles eigenlijk. Hij reageerde soms komisch, soms serieus, maar telkens opvallend openhartig op de vragen. Een van die vragen was waarom hij schreef. Zijn antwoord was voor mij zeer herkenbaar en het ontroerde me dan ook. Hij zei dat hij inmiddels natuurlijk schreef omdat hij er een goede boterham mee verdiende, het succes was leuk, net als iedere andere schrijver had ook hij ooit de hoop om door te breken, maar hij schreef vooral omdat hij zich erin kon verliezen, omdat hij soms het gevoel kreeg echt iets goeds op te schrijven, zinnen, een gedachtegang of een scene waarvan je de volgende morgen als je het terugleest nog steeds denkt. Ja, dit is goed. Of waarvan je zelfs denkt, potverdorie zeg, heb ik dat bedacht? Geluksmomenten. Moet een goed boek dan helemaal uit zulke fragmenten bestaan?, vroeg iemand. Nee, antwoordde Herman, dat kan ook helemaal niet. Het zijn meer de momenten waar je naartoe schrijft. Waarvan je niet wist dat je ze in je had. In ieder boek zitten een paar van die momenten.

Geachte heer M blijkt zeer autobiografisch te zijn. De Herman in het boek is Herman Koch in zijn middelbare schooltijd. En die geachte heer M is gebaseerd op Mulisch (die zei dat hij schreef om gelezen te worden tot in de eeuwigheid, iets waar Herman niet in gelooft). En hij had echt een relatie met het mooiste meisje van de klas. Na afloop durfde ik hem aan te spreken en vroeg of hij niet een druk voelde om telkens met een goed boek te komen en of hij bijvoorbeeld een lijst met verhaalideeën bijhield. Van druk had hij geen last zei hij, zijn boek Het diner bijvoorbeeld, had hij al veel eerder af, maar had er bewust nog anderhalf jaar aan geschaafd omdat hij voelde dat hij iets goeds in handen had. En hij ging pas drie maanden voor hij aan een nieuw boek begon nadenken waarover het zou kunnen gaan, eerder had volgens hem geen zin. Hij zei dat een idee elk moment kan binnenkomen, maar pas als het er na een nacht slapen nog zit en na een week nog, weet je dat je er iets mee moet. Toen vroeg hij hoe ik heette en signeerde mijn boek, voor Inge van Herman…

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS