Ze wisten de spanning er goed in te houden bij de uitreiking van de Hebban Debuutprijs 2016 gisteravond. Ik mocht in de Buiksloterkerk waar het event plaatsvond, samen met de andere genomineerden Sandra Bernart, Erik Rozing en Lize Spit, plaatsnemen op het podium voor een interview door de altijd ontwapenende Bart Gielen (Barts Boekenclub). Nadat de awards voor beste roman (Zolang er leven is van Hendrik Groen), beste non-fictie (Ma van Hugo Borst), beste young adult (Kapot van Carry Slee, die mij kort daarvoor nog vanuit haar auto de weg had gevraagd) en beste thriller (De doodsvogel van Samuel Bjork) waren uitgereikt, werd de winnaar bekend gemaakt voor ‘mijn’ categorie door (hoe toepasselijk) de beste boekverkoper van 2016 Remco Houtepen. Hij las van elk debuut het juryrapport voor en ik vond mijn rapport zo mooi dat ik haast dacht dat ik ging winnen.

De Hebban-jury (15 man sterk bestaande uit recensenten en boekhandelaren) over Tot waar we kijken kunnen:

Dit is is een verhaal dat niemand koud kan of mag laten. Een debuutroman over het heden zoals het vaak is, echt uit het leven gegrepen. Heftig, maar ook bijzonder, ontroerend mooi. Dit is lezen met een lach en een traan.

Ik kneep zelfs kort in de hand van mijn redacteur Anouk, tegen beter weten in. Bij binnenkomst had ik kennis gemaakt met Lize Spit op het damestoilet en haar ogen zien glinsteren. Ik gun haar de overwinning van harte, haar boek Het Smelt zit steengoed in elkaar en maakte ook op mij indruk. Het was een geweldige avond vol indrukken en fijne gesprekken met schrijvers, recensenten, boekhandelaren en lezers. Om daar als genomineerde debutant bij te mogen zijn was een prijs op zich.

Zo, nu dit feest voorbij is kan ik vol goede moed door met mijn tweede roman. Ik zit ik er weer helemaal in, die welbekende maar lange tijd afwezige ‘flow’. Er is gewoon geen excuus om niet te schrijven als je een schrijver bent of wilt zijn. Toen het me een tijd niet lukte om te werken ben ik ‘morningpages’ gaan schrijven; elke ochtend tien minuten schrijven wat er in je opkomt. Bagger schrijven. Van je af schrijven. En zowaar, ik belandde losjes associerend bij het verhaal dat geschreven dient te worden. Gisteren schreef ik een zinnen die ik hardop aan mezelf bleef voorlezen omdat ze, hoe eenvoudig ook, zo heerlijk in mijn oren klonken. Het schrijfgeluk is terug, en dat is maar goed ook, want er kijken nu lezers uit naar mijn tweede boek (een bijzondere gewaarwording als debutant) en die wil ik niet teleurstellen. En kijk, dat ‘Krabbelen’ lukt nu ook weer.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS

© 2024 Inge van der Krabben · Productie WbDweb