Een moederdochter relatie zeg je? Dat gaat vast over je eigen moeder en die dochter, dat ben jij dan toch? Ehm…nou, een beetje, niet helemaal, nu ik erover nadenk, nee, eigenlijk helemaal niet. Alle personages in mijn boek zijn delen van mezelf. Daar bedoel ik mee, karaktereigenschappen, gedachtes, meningen, manieren; die ik had, heb of wil hebben. En daarbij put ik uit mijn innerlijke wereld en de wereld om mij heen, waarin ook een moeder, vader, broers, vrienden, buurvrouwen en noem maar op rondlopen; mensen die ik kende, ken of zou willen kennen. Het verhaal speelt zich af in het verleden, heden en de toekomst. Er zitten elementen in die werkelijk gebeurd zijn, die kunnen gebeuren, waarvan ik wil dat ze gebeuren of juist niet. Vertelt iemand een grappige anekdote, ik stop het erin. Heb ik een bizarre droom, hup in het verhaal. Hoor ik een liedje, een regel uit een gedicht, een mooi woord in een boek dat me raakt…hopsake, allemaal erin graag. Ik pluk uit mijn wereld en plant het in mijn verhaal. Het is een bonte verzameling van wat ik beleef en ervaar, zolang het maar een functie heeft, ertoe doet.

Autobiografische elementen zitten er wel degelijk in, alleen heb ik ze met mijn verbeelding min of meer bewerkt, omgewerkt. Ik verteken, zoek de belangrijke details en die vergroot ik uit. Het had kúnnen gebeuren. Als je dat als schrijver lukt, krijg je de lezer mee. De werkelijkheid an sich is denk ik veel te saai voor een roman, maar deze vormt wel een onuitputtelijke inspiratiebron. Nu ik het zo opschrijf komt het me voor dat mijn boek juist ontzettend autobiografisch is, alleen niet op de manier die lezers vaak denken. Het is veel erger, egobiografisch (heb ik nu net een nieuw genre uitgevonden?). Mijn boek dat ben ik. Vandaar dat ik het zo fijn (en soms lastig) vind om eraan te werken!

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS

© 2024 Inge van der Krabben · Productie WbDweb