Wanneer je een roman schrijft weet je soms achteraf pas echt waar je boek over gaat. Bij mij kwam het inzicht na een ontmoeting met Lidewijde Paris tijdens het Literatuurfestival in Utrecht. Zij interviewde daar Paolo Cognetti, schrijver van o.a. De acht bergen. Lidewijde deed dit vol passie en vuur, gaf hem complimenten en stelde hem kritische vragen. Het interview was spannend, ging de diepte in en Paolo werd aan het denken gezet over zijn werk en zichzelf. Tot een man uit het publiek riep: ‘We zijn hier voor meneer Cognetti, niet voor jou.’

Het was een paar seconden stil. Lidewijde negeerde de uitspraak (wat ik sterk vond) en herpakte het interview. Toch gebeurde er iets. Het interview werd vlakker, de complimenten namen het over van de kritische vragen, Cognetti zat niet meer op de punt van zijn stoel maar leunde achterover.

Wat er gebeurde, althans, wat ik denk dat er gebeurde, is dat zelfs zo’n intelligente, belezen en uitgesproken vrouw als Lidewijde zich terecht gewezen voelde en zich aanpaste. Het was heel subtiel, begrijpelijk ook, maar het gebeurde wel. Ik vond het jammer, want de eerste helft van het interview genoot ik volop, zowel van de interviewer als de geïnterviewde. Ik ben ook nog naar Lidewijde toegegaan, om te zeggen dat ik vond dat ze het heel goed deed en dat die opmerking nergens op sloeg en onbeschoft was. Dat kon ze wel waarderen geloof ik. Van Cognetti kreeg ik mooie woorden in mijn exemplaar van De acht bergen: To Inge, who looks for words, good luck.

Dat brengt me weer terug bij mijn eigen boek: In je dromen ga jij. Lidewijde en ik bespraken onze bezigheden en ze informeerde naar mijn boek. ‘Waar gaat het over?’ Die vraag kon ik verwachten. Tot nu toe vertelde ik steeds dat het gaat over drie generaties Marokkaanse vrouwen en een familiegeheim. Daar is niets aan gelogen. Ik vertelde haar wat meer over de inhoud. ‘Waarom heb je gekozen voor een Marokkaans perspectief? Dit had zich ook in een Nederlands gezin kunnen afspelen toch?’ Lidewijde kroop weer in haar rol, dat was duidelijk. Ik antwoordde: ‘Dat had zeker gekund, maar ik kreeg het geheim te horen van een Marokkaanse vriendin.’

‘Oh, dus het is waargebeurd?’

‘Nou, eerder gebaseerd op, maar het is een roman hè?’ Meer hoefde ik niet uit te leggen. ‘Ik wilde ook juist de Marokkaanse cultuur beter leren kennen. We leven vlak naast elkaar maar weten zo weinig van elkaar.’

Bij die opmerking knikte ze beamend.

Een boek (een goed boek) heeft altijd meerdere lagen. En later, op de fiets naar huis en na het ‘incident’ wist ik ineens waar mijn roman écht over gaat. Het gaat over vrouwen die vastzitten in patronen. Patronen die generaties lang geleefd worden, vaak gepaard met gevoelens van schuld of schaamte of het idee je te moeten aanpassen. Of je nou een Nederlandse top-interviewer bent of een Marokkaanse moeder van vijf, we kampen nog steeds met een (vaak onbewust) schuld- en schaamtegevoel. Zolang je je aanpast en niet teveel op de voorgrond treedt, mag je meedoen. Blijf in je rol en niet te kritisch zijn. Vooral dat laatste wordt algauw afgedaan als ‘moeilijk’. Als iemand tegen je zegt dat je moeilijk bent, of moeilijk doet, beschouw dat maar als een compliment. Het betekent dat je iets belangrijk genoeg vindt om ‘moeilijk’ over te doen, dat je je uitspreekt, dat je ‘de regels’ (dat hoort niet, dat doen we zo niet, pas je aan) durft te breken.

Als Westerse vrouwen dit nog steeds lastig vinden, hoe is dat dan voor minderheden of allochtonen of voor mensen die overal buiten lijken te vallen?

Dus naast dat mijn boek mij veel geleerd heeft over de Marokkaanse cultuur, de tradities, normen en waarden, naast dat het een verhaal vertelt over de keuze van een moeder dat mij persoonlijk raakte en aan het denken zette, is het vooral een boek over schuld- en schaamtegevoel en hoe we daartegen moeten vechten. Vooral vrouwen, want die schamen zich wat af. De enigen die daar wat aan kunnen veranderen zijn we zelf en dat is moeilijk. Moeilijker dan naar woorden zoeken en er een boek over schrijven.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS

© 2024 Inge van der Krabben · Productie WbDweb