In de allereerste les van de driejarige schrijfopleiding die ik volgde werd mij door Carolina Trujillo, schrijfdocent, schrijver en chaotisch inspirator, iets geleerd wat zich diep in mij nestelde. Ik geloofde direct dat wat zij vertelde waar was en ook daadwerkelijk zo werkt. Zij vertelde dat een literair personage altijd een strevend personage moet zijn, en dan wel een strevend personage dat obstakels moet overwinnen om zijn of haar doel te bereiken, of nog liever een strevend personage dat daarin doorslaat en aan het eigen streven ten onder gaat…haha, jaja, zozo. Dat klinkt eenvoudig. Eenvoudig, enkelvoudig, één doel. Dat las ik later in Aanvallend spel, vier lezingen over schrijven van Thomas Rooseboom. Ons strevend personage moet één doel voor ogen hebben, niet een gemeenschappelijk doel, maar een persoonlijk doel waarvan het nastreven verantwoord en noodzakelijk is. De held moet maar één ding willen, niet twee of drie, dat werkt alleen maar verwarrend…haha, jaja, zozo. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het dus niet. Ik liep er in ieder geval een aantal keren flink op stuk. Je merkt het ook direct in je verhaal. Als je het ‘één ding nastrevende personage’ ook maar een seconde uit het oog verliest begint de boel te zwabberen, haken lezers mogelijk af omdat ze niet voldoende kunnen meeleven met je hoofdpersoon.

Misschien nestelde dit gegeven van het strevend personage zich zo direct en eenduidig in mij omdat het voor mijzelf ook een houvast bood. Daar zat ik dan, groentje pur sang die een roman wilde schrijven. Wacht eens even, het groentje wil dus een roman schrijven. Maar ze weet helemaal niets af van romans schrijven. Obstakel een. Rustig maar groentje, daarom volg je toch deze opleiding? Maar dan moet ze elke zaterdag naar Amsterdam terwijl ze thuis twee kinderen heeft. Obstakel twee. Gelukkig heb je ook nog een man, die regelt het wel op zaterdag. Maar ze moet doordeweeks schrijfopdrachten maken om beter te worden, te beginnen met korte verhalen en ze heeft helemaal geen ideeën voor korte verhalen. Obstakel drie. Je vindt schrijven leuk groentje, dus ga gewoon lekker schrijven dan komen de ideeën vanzelf. Maar ze moet boeken lezen over schrijven, boeken lezen überhaupt en daar heeft ze helemaal geen tijd voor, laat staan dat ze dan nog aan het korte verhaal dat een roman moet worden kan werken. Obstakel vier. Dan ga je gewoon op schrijfretraite en maak je daar flink wat schrijf- en leesmeters, die man van je redt het ook wel een midweek zonder jou. Maar is haar manuscript waar ze twee jaar aan gewerkt heeft wel goed genoeg? Obstakel vijf. Groentje toch, goed genoeg waarvoor? Je wilde toch een roman schrijven. Ja, maar nu heb ik een manuscript af en wil ik dat het uitgegeven wordt. Dat is volgens mij een nieuw streven groentje…

Afijn. Leven jullie nog met me mee? Wordt vervolgd.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS