Kan dit ook anders? - Het juiste moment

Mijn zoon is na zijn eerste jaar overgestapt naar de tweede klas van een nieuwe middelbare school. Dat is voor hem als kind en voor ons als ouders best spannend. Leuk, maar zeker ook spannend. Mijn ex en ik hebben co-ouderschap en de eerste schoolweek na de zomervakantie was mijn zoon bij zijn vader. Pas op woensdagmiddag zou hij naar mij komen. Ik had hem op zondag via WhatsApp veel succes gewenst met zijn eerste schooldag, maar er bewust voor gekozen tot woensdag te wachten om te vragen hoe het was gegaan en hoe hij het er vond. Ik wilde dat persoonlijk bespreken.

Toen hij woensdagmiddag thuiskwam ontving ik hem enthousiast, hielp hem van zijn loodzware rugtas af en vroeg hem hoe het was geweest. ‘Goed.’ Wat hij van de klas vond. ‘Leuk.’ Van de mentor. ‘Aardig.’ Mijn zoon is overigens dertien en ondergaat allerlei grote lichamelijke en geestelijke veranderingen. Voor ik mijn volgende vraag kon stellen pakte hij zijn mobieltje, zeeg neer op de trap en opende een of ander YouTube filmpje. Verontwaardigd keek ik het aan en was daarbij in mijn achterhoofd nog lichtelijk teleurgesteld dat hij mij bij binnenkomst geen knuffel had gegeven, iets wat hij bijna altijd doet, of moet ik zeggen deed.

Ik vroeg hem of hij zijn mobiel uit wilde zetten omdat we midden in een gesprek zaten en ik heel erg benieuwd was naar hoe hij zijn eerste schooldag had ervaren. Hij keek twee tellen op, zei ‘dat heb ik toch net gezegd’ en keerde terug naar zijn schermpje. Overigens, als ik ook maar iets zeg over zijn excessieve telefoongebruik noemt hij mij een ‘Boomer’, wat ik helemaal niet ben. We hebben het later, toen we weer tot bedaren waren gekomen, even samen opgezocht. Ik ben van de Patatgeneratie met levensgeluk als hoogste doel (of je daar nou blij mee moet zijn) en hij is van de Generatie Z, ook wel Netgeneratie, waarvoor internet en multitasking vanzelfsprekend is.

Je voelt hem al aankomen. Er ontstond een enorme ruzie waarbij ik hem toewierp dat hij zijn telefoon belangrijker vond dan een gesprek met zijn eigen moeder en hij mij verweet dat ik ervan uitging dat hij het zou verprutsen op school. Beiden totaal niet waar. Er werd geschreeuwd, met deuren gesmeten en gehuild. Ik keek uit naar een fijn moment met mijn zoon in de vorm van een goed gesprek, hij wilde na een lange dag op school even uitzoomen en lekker op zijn telefoon.

Gefrustreerd van het geschreeuw riep ik dat ik zo niet met hem wilde praten en sloot me op in mijn slaapkamer. ‘Stank voor dank’, ‘hij zoekt het zelf maar uit’, ‘k!%#t telefoons ook’, en meer van dat soort termen kwamen uit mijn mond. Door de afstand kon ik hem niet meer horen, maar ik kan me zo indenken dat bij hem termen als ‘k!%#tzooi’, ‘bemoeial’ en ‘gezeik’ of iets in die trant uit zijn mond kwamen. Nu had mijn zoon op zijn kamer kunnen blijven en lekker op zijn mobieltje kunnen blijven kijken en kunnen denken dat hij toch al uitgepraat was en klaar is kees.

Maar mijn zoon vertoont naast puber- en generatie z gedrag, ook gedrag dat ik vrij bijzonder vind voor een dertienjarige, zeker op een moment als dit. Hij kan namelijk net als ik niet tegen ruzie. Hij kwam naar mijn kamer en ik zag dat hij moeite had om niet te gaan huilen. ‘Ik wil geen ruzie maken mam. Volgens mij begrijpen we elkaar gewoon niet.’ Waarop ik knikte en vroeg of hij bij me wilde zitten (wat hij deed) en zei dat ik ook geen ruzie wilde maken, dat ik alleen graag wilde weten hoe het was gegaan omdat ik om hem geef en van hem hou. Waarop hij zei dat hij ook van mij hield en boosheid een stomme emotie vond, want daardoor ging je dingen zeggen die je helemaal niet meende. Waarop ik zei dat ik het met hem eens was, maar dat ruzie soms ook kon helpen om de lucht te klaren.

Maar de allerbelangrijkste boodschap die ik hem en mezelf denk ik op dat moment meegaf was: ‘Ik vind het zo groot van jou dat je naar me toe bent gekomen om het uit te praten.’ We knuffelden en op dat ‘juiste moment’ vertelde hij over school, de klas, de mentor, de spelletjes om elkaar beter te leren kennen, over hoe ik niet zo bang moet zijn dat hij het niet goed zal doen en hem meer zijn gang moet laten gaan. En ik vertelde hem dat ik daar niet bang voor ben en dat ik alleen maar hoop dat hij een fijne klas heeft en leuke leraren en vrienden en realiseerde me dat ik hem inderdaad meer zijn eigen gang moet laten gaan. En ook al is hij een opstandige puber en ik een bezorgde moeder, is hij een digital native en ik een digibeet, is hij Generatie Z en ik Generatie Patat: we zijn altijd moeder en zoon.

Wat we afgesproken hebben om herhaling (en al te erge ruzie) te voorkomen? We checken even bij elkaar waar we behoefte aan hebben, zodat ik het juiste moment kies voor mijn vragen en een persoonlijk gesprek en hij het juiste moment kiest om op zijn telefoon te gaan. Opgelost (hoop ik).


Kan dit ook anders? -Hysterisch

Laatst zag ik een aflevering van ‘De slimste mens’, een programma waar ik graag naar kijk, niet in de laatste plaats om mijn eigen kennis te testen. Er gebeurde iets tussen Maarten van Rossum en een van de kandidaten, actrice, presentator en zangeres Dzifah Kusenuh, wat me allerminst beviel. Een van de vragen ging over de (inmiddels niet meer) Britse royals prins Harry en Meghan Markle. Zij hebben hun koninklijke status opgegeven en zijn in Amerika gaan wonen. Maarten van Rossum maakte daarna de opmerking dat hij zo’n hekel heeft aan mensen die alles doen om in de aandacht te staan. Hij was ervan overtuigd dat Harry en Meghan afscheid hadden genomen van het koningshuis ‘juist’ om daar aandacht mee te winnen. Nu had ik kort daarvoor een documentaire gezien op Netflix over het leven van Megan Markle bij de Britse royals en geloof me, hoe geprivilegieerd ook, dat is voor haar geen pretje geweest. Ze werd vanaf het begin niet geaccepteerd, moest haar mond houden en werd niet gesteund door de andere royals als de paparazzi haar weer eens in een negatief daglicht plaatste. Hoe mooi en dapper dat Harry wél voor haar kiest en dat ze samen de stap durfden te zetten om te breken met dat opgesloten leven.

Ik voelde instant wrevel na die opmerking van Maarten, maar gelukkig deed Dzifah haar mond open en zei tegen Maarten dat hij veel te kort door de bocht ging. Wat er toen gebeurde vond ik ontzettend typerend voor de maatschappij waarin wij leven. Voordat zij uitgesproken was, maakte Maarten ineens grote gebaren met zijn armen, verhief zijn stem en walste met veel arrogantie en dedain over Dzifah heen om zijn (verkeerde) standpunt kracht bij te zetten. Hij luisterde niet naar haar argument over het lastige parket waarin Megan en Harry verzeild waren geraakt. ‘Dat wisten ze toch toen ze eraan begonnen,’ riep Maarten uit alsof daarmee de kous af was. Ik vond het mooi hoe kalm Dzifah bleef en hoe opgefokt Maarten werd. Zij herhaalde nogmaals dat het een stuk ingewikkelder lag dan Maarten het voorstelde, liet zich niet door hem imponeren, ondanks zijn zogenaamd ‘komische’ drift. Opnieuw, met nóg meer armgebaren en nóg meer bravoure benadrukte Maarten zíj́n standpunt, tot presentator Philip de discussie beëindigde met de opmerking dat Maarten duidelijk geen fan was.

Wist je dat mannen twee keer zo vaak een vrouw onderbreken dan dat ze een man onderbreken? En wist je dat als een man in een vergadering boos wordt dat gezien wordt als een teken van leiderschap en als een vrouw dat doet het gezien wordt als hysterie?

Kijk, dat Maarten van Rossum bij de Slimste mens zit om bepaalde zaken toe te lichten begrijp ik best. Het is een kundige man die van heel veel dingen iets weet. Maar in dit geval ontbrak het ‘s lands beruchtste mopperkont aan mensenkennis. En dat niet alleen. Het ontbrak hem ook aan respect voor de mening van een jonge vrouw die duidelijk meer verstand van zaken had op dit gebied. Het is een voorbeeld, slechts een van de velen, waaruit blijkt dat we nog lang niet zijn waar we willen zijn op het gebied van gendergelijkheid. Pas als mannen luisteren naar de mening van een vrouw en die als waardevol beschouwen, of tenminste in overweging nemen (in plaats van haar met veel bombarie af te troeven), komen we een stap dichter bij de gelijkheid tussen man en vrouw. Pas als vrouwelijke eigenschappen niet langer als negatief worden weggezet en mannelijke als positief, komen we een stap dichter bij gelijkheid tussen man en vrouw. En pas als mannen aan de top (met het gelijk aan hun kant) plaats maken voor vrouwen, hen die toppositie gunnen, komt er ook op de werkvloer meer gelijkheid tussen man en vrouw. Het beeld dat mannen beter, sterker, slimmer zijn dan vrouwen is nog lang niet overwonnen. En dat lieve lezers, maakt mij hysterisch!


Bij Boeken met Michel omroep NOOS

Op 10 juni was ik te gast in het boekenprogramma van Michel en Geja om te praten over mijn roman In je dromen ga jij. Het werd een mooi gesprek dat veel verder reikte dan het boek alleen, afgewisseld met muziek van mijn keuze. Hier kun je het hele interview én de liedjes terugluisteren.


Kan dit ook anders? - George Floyd

Ik had nog niet durven kijken. Ik had nog niet durven kijken naar het filmpje waarin vier agenten George Floyd op de grond houden en een daarvan zijn knie minutenlang in de nek van Floyd duwt. Ik wilde ook helemaal niet kijken, want ik wist uit alles wat ik erover hoorde en las dat Floyd geen adem kreeg en dat ook zei, maar dat de agenten hem niet wilden horen. En ik zag berichten voorbijkomen op sociale media van de protesten, de escalaties, de reactie van Trump die geweld met meer geweld wil bestrijden en zo de eeuwige loop waarin blank en zwart verwikkeld zijn juist in stand houdt.

Maar ik mocht van mezelf niet langer wegkijken. Ik moest kijken en met eigen ogen zien wat er gebeurd was. Mijn hart roffelde tegen mijn borst. George Floyd ligt op de grond, vier agenten drukken hun knieën in zijn rug en nek. Hij smeekt, zegt dat hij geen lucht krijgt. Een agent reageert met: ‘Ga dan in de auto.’ Waarop Floyd kermt dat hij dat zal doen, maar dat ze dan wel van hem af moeten gaan. Keer op keer zegt hij dat hij geen lucht krijgt, keer op keer zegt hij dat hij zal meewerken. Maar de agenten doen net of hij er niet is. Ik huilde. Hebben ze niet door dat er een mens onder hen ligt, smekend om zijn leven? Enkele minuten later is hij dood.

Het is alsof we in een stroomversnelling van ellende terecht zijn gekomen. We hoppen van vluchtelingencrisis naar coronacrisis naar discriminatiecrisis. Maar als je wegkijkt lijkt het alsof het niet zo belangrijk is. Als je wegkijkt, misschien omdat je denkt ik kan er toch niets aan doen, help je mee aan de instandhouding van dit soort problemen.

Ik wilde helemaal niet schrijven over George Floyd. Ik dacht dat ik niets toe te voegen had. Tot ik een filmpje zag van James Cordon, een bekende talkshow host in Amerika. Hij vroeg zich ook af wat hij toe te voegen had, waarom hij hier iets over moest vertellen, en toch deed hij het, want als je niets zegt, niet van je laat horen, dan is het alsof het niet uitmaakt dat er iemand zinloos sterft.

Het moet anders. Beter laat dan nooit. Ook in Nederland discrimineren we er nog vrolijk op los, al dan niet bewust. Turks, Marokkaans, Surinaams… we blijven mensen beoordelen en veroordelen op hun huidskleur, op hun afkomst en achtergrond. Wat ik als schrijver deed was een boek schrijven vanuit zo’n gediscrimineerde groep. Om dat te kunnen doen moest ik mij verplaatsen in een Marokkaans gezin. Ik leerde over hun cultuur, hun land, hun gewoonten. Door gesprekken leerden zij andersom over mijn cultuur, land en gewoonten. Dát is de enige oplossing: niet boosheid en frustraties bestrijden met geweld, maar met vragen, met luisteren, met elkaar leren kennen. We zijn allemaal mensen, we stammen af van dezelfde voorvaderen. Laten we luisteren naar elkaars verhalen.

R.I.P. George Floyd, mens.


Kan dit ook anders- Relax mam!

In tijden van de coronacrisis zijn de mensen om mij heen het meest gefrustreerd over hoe zwaar het is om nu voltijd met hun kinderen thuis te zijn (degene die ze hebben althans). Naast dat je thuis moet werken, moet je ook nog zorgen dat je kids een beetje heelhuids de dag doorkomen én hun schoolwerk afhebben. Ik kan erover meepraten als alleenstaande moeder (daar gaat volgend jaar verandering in komen, maar dat is weer een ander verhaal) die een meisje van 10 enthousiast moet houden voor rekenen en spelling en een pre-puberende jongen van 13 moet helpen met een literatuurdossier.

Over zijn literatuurdossier gesproken. Daar kreeg hij van zijn docent Nederlands een half jaar geleden al de opdracht voor. Daarover sprak ik hem daarna wekelijks aan: ‘Welke boeken ga je lezen, begin nou op tijd.’ Want hij moest vijf boeken lezen en bij elk boek twee opdrachten maken.

Toen mijn zoon klein was, las hij alles wat los en vast zat, tot de achterkant van het pak hagelslag aan toe. Ik bleef hem boeken voeren en hij verslond ze gretig. Nu voedt hij zichzelf liever met YouTube filmpjes en games en moesten mijn ex en ik noodgedwongen ‘schermtijd’ op zijn mobiel installeren (ik kan het iedereen aanbevelen).
Niet op je telefoon kunnen is saai, dus na het doorwerken van zijn stapel oude Suskes en Wiskes en Donald Ducks, kwam hij op een dag toch maar eens vragen welke boeken hij moest (niet kon, niet mocht) lezen en het liefst niet te dik. Halleluja. Ik dacht geen seconde na en gaf hem Het kleine meisje van meneer Linh; een ongekend mooi verhaal met een ontroerend einde waar je u tegen zegt en het telt slechts 143 pagina’s. Mijn zoon las het in een paar uur uit en belangrijker, vond het mooi. Voor de opdrachten bij het boek koos hij een poster tekenen en een toets met vragen opstellen. Weet je dat je een halve dag kunt doen over het goed op papier krijgen van een paar Chinese ogen? En nog eens een halve dag over het discussiëren met je moeder, wat zeg ik, het weerstand bieden aan je moeders ideeën voor het opstellen van leuke vragen op een toets? Snel lezen zat hem blijkbaar nog steeds in het bloed, maar de opdrachten uitwerken waren een les in geduld hebben die zijn weerga niet kende.

‘Jij hebt gemakkelijk praten mam, jij kunt dit soort dingen goed, ik niet.’ Hij boos, ik geïrriteerd, want ik zat toch naast hem, ik hielp hem toch? De boeken erna – die waar ik hem wekelijks aan herinnerde – moesten alle vier in de laatste twee weken voor de deadline op deze manier verwerkt worden. Samen zitten, hij in de contramine, ik proberen geduldig uit te leggen dat het niet perfect hoefde, als hij maar iets op papier zette. Het probleem was dat hij mijn hulp wilde én het zelf wilde doen. Zo’n moeder die schrijven leuk vindt en romans uitpoept alsof het geen moeite kost, dat is natuurlijk helemaal geen fijn voorbeeld. Mijn zoon en ik werden per dag a-relaxter. Ik hoorde mezelf na zijn zoveelste negatieve opmerking over dat hij niet kon samenvatten schreeuwen: ‘Ik ben helemaal klaar met je… literatuurdossier.'

Dus stel ik de vraag: Kan dit ook anders?

Toen kwam de dag dat moeders gevraagd werd een filmpje op te nemen voor Libelle. Haar roman In je dromen ga jij zou uitkomen als Bookazine. De juf moest twee minuten terug in haar hok en de schrijver mocht weer even ademhalen. Mijn zoon bood lief aan om het te filmen. Twee minuten, ontdekte ik, is best kort. Ik moest iets vertellen over mijn boek, over mezelf en over het Bookazine. Ik schreef wat steekwoorden op een briefje. ‘Sta ik zo goed? Zie je mijn boek als ik het omhoog houd? Dat briefje werkt niet, dan kijk ik te veel omlaag. Ik doe het wel uit mijn hoofd.’ Mijn god, hoe doen die YouTubers dat?
Mijn zoon filmde take na take omdat ik telkens de draad van mijn verhaal kwijtraakte. ‘Je wilt het te goed doen mam,’ zei hij en ‘improviseer gewoon.’

Bij take vijf riep ik gefrustreerd dat ik het helemaal niet kon en stuurde mijn arme dochter weg die ook wilde meekijken. Mijn zoon bleef opvallend kalm. Ik zag hem zelfs zijn lach inhouden toen ik weer struikelde en stopte met mijn verhaal. ‘Relax mam. Je kunt het wel, het hoeft niet perfect.’ Hm, waar deed me dit aan denken? ‘Als je een foutje maakt, niet stoppen,’ sprak hij me vaderlijk toe.
Het foutje maakte ik wel, maar ik stopte niet en daardoor vonden ze het bij Libelle juist heel spontaan. Ik had een prachtig filmpje dankzij mijn zoon.

De coronacrisis duurt voort, het thuiswerken en lesgeven ook. Het literatuurdossier is bij boek vier Percy Jackson en de bliksemdief aanbelandt, mijn zoon ontdekte dat hij – hoewel Het kleine meisje van meneer Linh hem boeide – toch meer houdt van spanning en fantasy. Hij sputtert nog steeds tegen, maar met elke opdracht een beetje minder. Het einde is in zicht. En nadat we onze frustratie en irritaties over en weer geuit hebben, relaxen we samen met een noodelsoepje.


In je dromen ga jij als Bookazine

Op 30 april verscheen mijn roman in een nieuwe vorm; als magazine. Ik geloof dat een boek zoveel mogelijk uitingsvormen mag krijgen, om een zo groot mogelijk lezerspubliek te bereiken. Ik ben dan ook blij dat dit prachtige Bookazine nu verkrijgbaar is bij alle boekhandels en voor de abonnees van Libelle.

Wil je eenvoudig een exemplaar bestellen? Klik hier!


In de Libelle

Margriet de Groot van Libelle interviewde mij over mijn roman 'In je dromen ga jij'.

Te lezen in Libelle nr.20 (30 april t/m 6 mei 2020)

Tegelijk met het interview verscheen mijn boek als Bookazine. Een boek in tijdschriftvorm om gemakkelijk mee te nemen en te lezen waar en wanneer je maar wilt.


Kan dit ook anders? - Dwarse Denker

Tegenwoordig heeft iedereen een mening. Vroeger ook, maar die mening reikte vaak niet verder dan degene aan wie je die mening verkondigde. Dit in tegenstelling tot de huidige sociale media met een wereldbereik. Een sterke mening roept reacties op, positieve en negatieve. Ik heb dat een keer aan den lijve mogen ondervinden toen ik na een speech van Baudet een bericht op Facebook plaatste en daarin verkondigde opvallend veel gelijkenis te zien in de manier van redevoeren tussen Baudet en Hitler. Ik zal je de ranzige reacties die daarop volgden besparen, maar ik kan je verzekeren: The shit hit the fan. Ik leerde daaruit twee belangrijke lessen. 1) onderschat nooit de kracht van sociale media en 2) sociale media zijn verre van sociaal.

Een uitgesproken mening hebben, is een groot goed in ons vrije land. Dit viel me weer eens extra op in het programma Dwarse Denkers dat de NPO uitzond tijdens de boekenweek en schrijver Özkan Akyol mocht presenteren. Een begrijpelijke keuze, aangezien hij zelf graag zijn mening verkondigt. Daarin praat hij met bekende schrijvers die ook ‘dwarse denkers’ zijn. Maarten ’t Hart raakt ontroerd door een boekje van Kierkegaard dat hij al meer dan zestig jaar met zich meedraagt, omdat hij zich herkent in de eenling die ook Kierkegaard was. Volgens Maarten is een dwarse denker iemand die vasthoudt aan zijn of haar eigen opvatting, ongeacht wat anderen daarvan vinden. Dat hoor ik ook terug bij Roxanne van Iperen, die zich niet wil conformeren en juist opkomt voor de mensen die er niet bij horen. Herman Brusselmans kijkt op tegen Jan Cremer en wilde zijn zoals hem, maar ‘Cremer was knap en ik lelijk,’ dus dat ging niet. Brusselmans schrijft absurdistisch, want alleen zo kan je het leven doorkomen volgens hem: ‘Het leven is een grote grap. Je moet het niet te serieus nemen.’ Hij voegt daar nog wel aan toe: ‘Met uitzondering van de liefde.’

Eus, zelf vrij dwars, benadrukt in het programma en in zijn Boekenweekessay Generaal zonder leger dat de huidige generatie schrijvers geen grote thema’s meer heeft om over te schrijven. Er is te veel welvaart, we zijn verwend.

En alsof het universum hem de mond wilde snoeren, was daar het Coronavirus. We hebben weer iets om over te schrijven, een GROOT thema om een mening over te hebben. Dat doen we dan ook en masse op…je raadt het al…de sociale media (en in alle andere media). Het maakt niet uit wie je bent of wat je doet, de mening over het Coronavirus wemelt tierig. De een is voor de aanpak van Rutte, de ander tegen, de een gelooft in de expertise van het RIVM, de ander ziet er een complottheorie in. En wat me vooral opvalt: iedereen houdt vast aan zijn eigen opvatting, niemand wil zich conformeren.

Heeft het zin om in het geval van de Coronacrisis een mening te hebben? Het is een nieuw virus en niemand weet precies de effecten ervan of hoe lang dit gaat duren. Heel hard je mening erover verkondigen op sociale media is een optie, maar sta er eens één seconde bij stil wat je daarmee wilt bereiken? Iemand zegt bijvoorbeeld dat Rutte er helemaal naast zit, dat we net als een aantal buurlanden in lock-down moeten. In de reacties eronder ontstaan twee kampen: zij die het ermee eens zijn en zij die het er niet mee eens zijn. En dan? Kunnen we daar iets mee? Komen we daar verder mee? Veel mensen zijn bang, dat begrijp ik wel, maar probeer je eens te verplaatsen in Rutte en zijn ministers. Voor hen is dit ook totaal nieuw en onbekend terrein. Natuurlijk zeggen ze eerst ‘de horeca blijft open’ en een paar dagen later ‘de horeca moet dicht’ om maar een voorbeeld te geven. Zoiets heet voortschrijdend inzicht. Ik geef het je te doen, een land leiden in deze situatie, die verantwoordelijkheid te nemen.

Niets gemakkelijker dan vanaf de twitter-zijlijn je mening over een ander uit te storten. Niets gemakkelijker dan iemand te bekritiseren of toe te juichen. Niets gemakkelijker dan je oordeel klaar te hebben.

Dus stel ik de vraag: Kan dit ook anders?

In plaats van direct een mening te hebben, is het ook mogelijk de situatie eerst van meerdere kanten te bekijken. Of, probeer eens NIET vast te houden aan jouw opvatting en je WEL te conformeren aan het gegeven dat we het gewoon niet weten. Al onze meningen tasten in het duister en mogen daarom bijgesteld worden, graag zelfs. Voormalig minister Bruins gaf daarin een goed voorbeeld toen hij zijn mening durfde te herzien nadat hij een verkeerde inschatting maakte.

In tijden van crisis lijken me twee zaken van essentieel belang: 1) het niet mogen weten en 2) liefde

Ik was blij met die toevoeging van Herman Brusselmans toen hij stelde dat het leven een grote grap is. De liefde doet ertoe. De liefde voor elkaar en deze wereld. Wees flexibel van geest en breng het sociale terug op de sociale media. Heb vertrouwen, een beetje maar. Ik ben me ervan bewust dat ook dit een mening is. Misschien niet heel dwars, maar wel overwogen.


Bij Open Huis NPO radio 5

Op 4 januari 2020 mochten Erik Kanters van uitgeverij Blooming en ik bij Petra de Joode in de uitzending komen praten over het begeleiden van schrijvers én het schrijven en uitgeven van boeken. Het werd een fijne zaterdagmiddag. Hieronder kun je de fragmenten terugluisteren.

Audio-fragment 1
Audio-fragment 2
Audio-fragment 3
Audio-fragment 4
Audio-fragment 5