Flow, laat je meevoeren door de stroom

Bij het schrijven van een roman komt heel wat kijken. Iedere schrijver heeft zijn of haar eigen manier van werken. Sommigen bouwen van te voren een raamwerk, anderen beginnen met een bepaalde scene. Ikzelf zit er een beetje tussenin heb ik ontdekt. Van te voren denk ik na over het verhaal, de plot, de personages, doe wat research en eigenlijk komt de inspiratie dan vanzelf. De volgende stap is scènes bedenken of gewoon maar gaan schrijven (freewriting) en kijken wat er gebeurt. Als ik op een schrijfretraite ben (thuis lukt het niet zo vaak omdat ik teveel ben afgeleid...kinderen, werk, huishouden, man) raak ik soms in een flow. Dan begin ik met schrijven en lijkt het alsof de woorden, voordat ik ze bedenk, op papier komen. Dat is zo’n te gekke ervaring. Mijn typende vingers lopen haast synchroon met mijn gedachten. Ik weet dan ook echt niet waar die scene heengaat of wie er allemaal in opduiken. Heerlijk, dan schrijf ik zo uren achter elkaar door. Als ik het dan later terug lees vind ik het soms briljant en soms bagger, maar dat maakt mij niets uit want ik heb van het schrijven genoten; een boek kan niet continu van briljante scènes aan elkaar hangen, er moet af en toe wat lucht in. Dat leerde ik heel mooi van Cathelijn Schilder tijdens mijn schrijfopleiding bij Script plus. We moesten een scene schrijven waarin iemand niets wil, wacht, uitstelt, talmt en treuzelt; saaiheid ten top. Het leuke is dat je zo juist een enorme spanning kunt opbouwen, met niets eigenlijk.

Maar goed, nog even terug naar de flow. Als je die eenmaal te pakken hebt, probeer het dan zo lang mogelijk te laten duren. Een hotel of huisje aan het strand of in een bos doen wonderen voor mijn schrijfmeters. Dan gaat het ook ’s nachts door. De ene na de andere scene of mooie zinnen druppelen mijn hoofd binnen (niet echt goed voor de nachtrust). Ik heb altijd een opschrijfboekje of mijn mobiel met notitie-app op het nachtkastje liggen. Het schrijven van een verhaal is niet alleen zweten achter je laptop, het speelt zich voor het overgrote deel in je hoofd af. Ik hoor mensen soms teleurgesteld zeggen dat ze dagen niet geschreven hebben, maar misschien hebben ze in hun hoofd wél geschreven en komt het straks gemakkelijker op papier, in een stroom van mooie, briljante, grappige of juist ontroerende scènes met hier en daar een adempauze.


Mijn blog is er!

Schrijven is zeg maar gewoon mijn ding. Ik schrijf al sinds ik een klein meisje ben, eerst rijmpjes en gedichten en later korte verhalen. Ook mijn beroep als tekstschrijver past me helemaal. Toch begon er een paar jaar geleden iets te borrelen, mijn hoofd zat vol verhalen. Ik wilde graag een boek schrijven...maar hoe doe je dat, een boek schrijven? In Amsterdam vond ik de driejarige Script plus opleiding Verhalend proza en toen ik niet veel later was toegelaten en mijn eerste les kreeg, voelde het als een soort thuiskomen. Wat de docente vertelde over hoe een personage moet streven naar iets, naar een ding, en dat gehinderd door toenemende weerstanden wel of niet bereikt, boeide mij mateloos. Ook de lessen van de andere docenten gingen erin als zoete koek. Ik zoog de informatie op en wilde alleen nog maar schrijven. Er ging een nieuwe wereld voor mij open, niet alleen in het creatief schrijven maar ook in de ontmoetingen met allerlei geweldige mensen die stuk voor stuk iets met schrijven hebben. Een paar jaar verder ligt mijn eerste manuscript bij een literair agent en werk ik aan een tweede, bezoek ik schrijfretraites en schrijffestivals en kom ik met medestudenten van de opleiding regelmatig bijeen om feedback op elkaars werk te geven en elkaars vorderingen te volgen. En nog steeds wil ik het allerliefste schrijven. Door te schrijven kom ik tot rust en krijg ik tegelijkertijd energie. Op de emotie van het schrijven kom ik zeker terug.
In deze blog wil ik graag vertellen over wat ik leer, zie, voel en meemaak in deze 'schrijfwereld'.
Een les wil ik nu al graag delen. Als je een boek wilt schrijven moet je vooral ook veel boeken lezen. Dat werkt inspirerend, brengt je op ideeën, leert je welke technieken goede schrijvers toepassen. Gisteren sprak ik op een borrel een debutant. Haar boek is uitgegeven, iets waar ik nog van droom. Zij vertelde me dat ze het soms ook wel moeilijk vond om werk van anderen te lezen, zeker als het echt goed was. Dat herken ik wel. Maar we waren het erover eens dat voor elk soort boek wel een lezerspubliek bestaat en dat we geduldig moeten zijn. Bovendien, oefening baart kunst. Door veel schrijfmeters te maken word je elke keer weer ietsjes beter. Dus volg ik mijn droom en schrijf.