Tijdens het eerste half jaar van mijn schrijfopleiding was een belangrijk onderdeel het geven en krijgen van feedback. De docenten hielden er diverse methodes op na, maar van eentje heb ik echt het meest geleerd.

Dat ging zo: mijn nieuwe scene was door iedereen gelezen (dus iedereen wist waar het over ging) en één persoon was van te voren aangeduid als hoofdfeedback gever; hij of zij ging een kwartier in op mijn tekst. En dan niet zeggen wat er goed, niet zo sterk of ronduit slecht was…maar juist waarom iets goed, niet zo sterk of ronduit slecht was, onderbouwd met argumenten die er toe deden; die te maken hadden met stijl, structuur, personages, emotie, et cetera; alle technische aspecten waaruit een scene, kort verhaal, roman is opgebouwd. En ik mocht niets terugzeggen, mond dicht, lippen op elkaar en de sleutel weggegooid tot de vijftien minuten voorbij waren. Dat is dus extreem moeilijk, zeker als je het gevoel hebt dat die lezer er geen zak van begrepen heeft. Ik zat druk gebaren te maken en te seinen met mijn ogen die ik dramatisch sloot of mijn wenkbrauwen die ik tot grote hoogten liet stijgen als ik hoorde wat die ander allemaal wel niet vond van mijn prachtige, sterke, totaal misverstane verdrinkingsscene. De docente deed er nog een schepje bovenop (dat mocht als het kwartier om was) en zei vrolijk: ‘Als je beschrijft dat je personage verdrinkt, dan wil ik dat wel kunnen voelen. Misschien moet je eens naar een zwembad gaan en je hoofd heel lang onder water houden.’ Opgelucht dat ik weer wat mocht zeggen en over mijn woorden struikelend om dit grote misverstand uit de wereld te helpen, zodat al die domme medestudenten en die nog dommere docente het begrepen: ‘Maar ik ben een keertje bijna verdronken, ik heb het echt meegemaakt!’ De docente: ‘Aha, beginnersfout nummer één! Dat het echt gebeurd is, mag nooit een excuus zijn. De lezer leest zoals die leest, die heeft niks te maken met ‘echt gebeurd’ of ‘maar wat ik eigenlijk bedoelde’. Als het mij als lezer niet raakt, doe je het niet goed.’ Waarna ze gelukkig uitlegde hoe ik de scene overtuigender kon maken door de nare verdrinkingsbeelden af te wisselen met lieflijke beelden, zodat het nare nog veel naarder werd.

O, wat heb ik zitten zweten en slikken en o, wat heb ik daar veel van geleerd. Het is volgens mij essentieel dat je als schrijver feedback kunt aannemen en accepteren en als ‘niet persoonlijk’ kunt beschouwen. Ik bedank mensen ervoor en zie het als cadeautjes. Ze nemen tenslotte de tijd en moeite om dat gekrabbel van mij te lezen en er wat van te vinden. Of ik er iets mee doe, met die cadeautjes? Sommige pak ik uit, sommige laat ik dicht, maar ik neem ze sowieso altijd aan.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS

© 2024 Inge van der Krabben · Productie WbDweb