Laatste keer lezen, laatste keer corrigeren en dan loslaten die proef. Gelukkig maar. Hoe vaak moet je je eigen boek lezen voor je het zat bent? Ik heb niet geteld, maar in mijn geval een keer of tien schat ik.
Op naar de volgende halte in de vorm van een gesprek bij de uitgeverij met George (marketeer) en Sanne (mijn redacteur), over de marketing van mijn boek. Boven in de zolderkamer van het pand aan de Herengracht waar het goed warm is vliegen de eerste ideeën over tafel en zitten we goed op één lijn (fijn): tijdschriften, kranten, sociale media, een kaartenactie, alles gericht op vooral het vrouwelijk lezerspubliek, landelijk, regionaal, lokaal. Een interview hier, een actie daar. Het begint te stromen bij mij en bij hen merk ik. Het marketingplan is in de maak, George hopt naar de volgende meeting en Sanne en ik duiken al kletsend nog even de kelder vol boeken in. Drie boeken en een big smile rijker, loop ik twee uur later met mijn Saskia Noort tas (ook leuk trouwens zo’n tasje met je cover erop) richting tram. Die rijdt net voor mijn neus weg, gelukkig, want ik zie ineens dat ik aan de verkeerde kant sta. Eenmaal in de trein leun ik achterover en mijmer verder over wat nog meer leuk kan zijn in het kader van promotie van mijn boek. Goh, wat voelt het weer nieuw en anders, als een eerste keer. Dan komt de conducteur mijn pas controleren. ‘U heeft niet ingecheckt mevrouw.’ Hij kijkt me meewarig aan. ‘Ik doe dit voor het eerst,’ lieg ik pardoes (een beetje dan, want ik ben echt geen OV-grootverbruiker) en glimlach zo hard ik kan. Tja, dat krijg je als je met je hoofd in de wolken loopt. Hij is onverbiddelijk. Ik moet bij de eerste de beste halte uit de trein en opnieuw inchecken en dan wel even mijn pas opladen want er moet minimaal twintig euro op staan. Beduusd stap ik uit op Amsterdam Muiderpoort (ik bleek ook nog in een stoptrein te zijn gestapt). Het deert niet. Ik doe netjes alles wat me is opgedragen en schrijf deze column in het half uur dat ik op de volgende trein moet wachten. De zon schijnt, de lucht is blauw en de tas van Saskia wappert in de wind.