Zojuist heb ik met een druk op de knop, de tweede versie van mijn manuscript naar mijn uitgever gestuurd (Luitingh Sijthoff). Ik was daar begin december op gesprek naar aanleiding van mijn eerste versie en we hebben toen afgesproken dat ik half februari een herschreven versie aan zou leveren. Ik had daar enigszins aarzelend mee ingestemd want, poeh, dat betekende dat ik flink aan de bak moest en het is niet zo dat ik van mijn schrijven kan leven. De schrijfcursussen en coaching die ik geef liepen gewoon door en daarnaast zette ik mijn nieuwste initiatief ‘De schrijftafel Utrecht’ in werking.

Maar goed, zoals zo vaak is het een kwestie van prioriteiten stellen in je leven en als het dan op schrijven aankomt merk ik iedere keer weer dat ‘het boek’ daarin steevast op nummer 1 staat en ook niet van plan is die koppositie af te staan.

De feedback van mijn uitgever op versie 1 kwam in grote lijnen op de volgende zaken neer: een van de hoofdpersonages beter uitwerken en een onderscheidende stem geven, de hoofdpersonages meer hun grenzen op laten zoeken en (de mooiste) ervoor zorgen dat de lezer het boek dichtslaat met een klap en er nog lang over nadenkt.

Degenen die mij een beetje kennen, weten dat ik een perfectionist ben (niet in alles, maar wel in veel). En perfectionisten hebben de neiging hun eigen bergen te creëren. Daar sta je dan, als onbekend schrijver, aan de voet van die berg. De top is ver, hoog, niet eens in zicht. Je was zo’n beetje halverwege dacht je, het verhaal stond, maar nu komt de echte beproeving. Durf je het aan te gaan met je beitel toe te slaan of gooi je je rugzak met daarin je schrijfgerei (in onze tijd heeft dat laptop) weg en laat je die berg lekker berg zijn, laat je andere te top halen (want die kunnen het toch veel beter).

In dat opzicht dekt de nieuwe titel die mijn boek krijgt ook in mijn eigen leven aardig de lading: In je dromen ga jij.

Maar hé, niemand pakt mijn dromen af, ikzelf het allerminst. Dus hup, hakken, schuren, schaven, langzaam doch gestaag die berg beklimmen, los gruis ontwijken en grip krijgen; steeds meer grip, daar gaat het om.

Het waren niet de minste zaken die mijn uitgever mij in een uiterst kundige en positieve feedbackronde meegaf.

Het geeft maar weer aan hoe waardevol feedback kan zijn, want zoals ik het nu zie ben ik hard bezig die berg te slechten. Ik ben er nog niet (vermoed ik of is dat weer die perfectionist die ook zijn zegje wil doen), maar de top komt wel in zicht; de top van boek 2 bedoel ik. Er zijn altijd toppen te behalen van nog veel grotere bergen, maar dat is de reis van de schrijver. Mijn focus was de afgelopen weken groot. Elke dag dat ik kon schrijven, schreef ik, sowieso elke avond, ook in het weekend. Niet omdat het moest (ook), maar omdat ik steeds meer grip kreeg en niet meer los wilde laten. Ik blies het verwaarloosde personage meer leven in. Hoe? Ze kreeg een vriendin, ze kreeg meer scenes en ze werd opstandiger. De grenzen zocht ik op in de psyche van mijn dames, in de taboes van de Marokkaanse cultuur, in het schuren van generaties. Dat mondde uit in een eindscene waarin mijn hoofdpersonage tot een heel belangrijk inzicht komt, een inzicht waar ieder mens baat bij zou hebben als je het mij vraagt. Ik ga natuurlijk niet verklappen wat dat is (gemeen), daarvoor zal je het boek moeten lezen. Ik hou ervan als boeken hoop geven en ik hoop (haha) dat ik nu zo’n boek aan het schrijven ben. Wordt vervolgd…

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS