romanEerst wilde ik een boek schrijven. Toen ik eenmaal doorhad hoe ik dat moest doen, schreef ik dag en nacht tussen alle andere bezigheden in mijn leven door. Ik wilde niet meer alleen een boek schrijven, nee, ik wilde een goed boek schrijven, een boek dat een plekje verdiende in iemands boekenkast, een boek waarover de lezer zou nadenken en dat zou raken (dat vind ik zelf de fijnste boeken om te lezen). Daarvoor had ik een uitgever nodig die in mij en mijn verhaal geloofde (plan b was het zelf uit te geven, mocht plan a niet lukken) en die vond ik in Ambo|Anthos. En toen was het zomaar ineens 20 augustus en mocht ik debuteren met ‘Tot waar we kijken kunnen’ bij de prachtige boekhandel Heinen in Den Bosch, waar familie en vrienden in grote getalen aanwezig waren om dat met mij te vieren.

De mens is een verlangend wezen. Verlangen we niet dagelijks naar kleine, simpele dingen als een gezond ontbijt, een zonnige dag, een momentje rust of een koel glas wijn met vrienden op een terras? En hebben we niet grotere verlangens als respect van je medemens, een begrijpende partner, een goede gezondheid? Zodra een verlangen wordt ingelost, klopt het volgende alweer aan de deur van ons leven. Ja, ja, je bent nu wel gedebuteerd, maar zou het niet fijn zijn als je boek het ook goed gaat doen? Als heel veel mensen het gaan kopen en lezen? En dan is er nog het verlangen om verder te schrijven, want boek twee ligt al ongeduldig te wachten in mijn achterhoofd. Ik denk daar veel over na; over verlangen. Het zou een thema in mijn tweede roman kunnen worden. Ons verlangen bepaalt ons, daarvan ben ik overtuigd. De kunst is denk ik om het te sturen in een richting die voor ons heilzaam is, die ons ook af en toe stil laat staan bij wat we allemaal al hebben. En dus pak ik nu mijn boek, mijn eigen boek in mijn handen. Ik lees mijn naam, ik lees de titel, ik lees de prachtige quote van een gewaardeerde collega, ik sla de bladzijden om, voel het papier, strijk over de woorden en laat de pagina’s waaierend langs mijn vingers gaan. Bij het dankwoord stop ik, lees: ‘Een boek schrijven doe je, zo heb ik mogen ontdekken, met een ketting van menselijke schakels om je heen’. Wat volgt ken ik uit mijn hoofd. Ik sla de laatste bladzijde om en bekijk de achterkant. ‘Prachtige roman over een liefdevolle, maar verstikkende moeder-dochterrelatie’, daaronder een beknopte uitleg, nog twee fijne quotes en mijn portretfoto. Als ik die foto beter bekijk zie ik een gelukkig mens, nog boordevol verlangen. En dat is goed, want ons verlangen drijft ons voort en geeft het leven zin.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS

© 2024 Inge van der Krabben · Productie WbDweb