Herman stopte de twee euromunt in de gleuf van de cola-automaat, drukte op de bovenste knop en wachtte. Er kwam niets. Hij drukte nog een keer, wachtte. Het metro-perron was verlaten, de mede uitgestapte reizigers al op weg naar of een ander perron voor de aansluiting, of omhoog, het metro-stelsel uit, naar bus, tram, taxi, misschien wel een lieve vrouw die hen op kwam halen. Zijn lieve vrouw, Anna godverdomme, zou hem nooit meer ophalen. Die zat nu op de bank naar Goede tijden Slechte tijden te kijken dicht tegen… aangeschoven of lag in bed een Story te lezen, naast… die het tijdschrift speels afpakte en zijn hand om haar borst legde. Of stond met haar buik tegen de tegelwand van de douche, hun douche, zijn douche, het water spetterde over haar heen en ze werd vanachter genomen door…

Herman schudde zijn hoofd, maar het beeld liet niet los, plakte als een vies snoepje tegen zijn schedelpan. Hij drukte zijn vinger lang en hard op de knop, drukte hem zo ver mogelijk in, liet los, drukte hem weer in, herhaaldelijk. Hij sloeg met zijn vuist tegen de automaat. Het geluid van de bons trilde dof door de lege tunnel. Zelfs dit lukte niet, gewoon een blikje uit een automaat halen. Hij schopte tegen de onderkant en hupte op een voet. ‘Godverdomme!’ Op het bankje ernaast trok hij zijn gymp uit en wreef zijn zere tenen. Jezus wat had hij zweetpoten. Boven hem klonken holle, doffe geluiden door van treinen die stopten en optrokken, vage stemmen van reizigers, een zacht trilfluitje. Hij ritste zijn Adidasjasje dicht, had het koud gekregen. Kalm blijven Herman. Je geld ging erin, het kan er ook weer uit. Hij masseerde zijn tenen, trok zijn gymp aan. Nooit was het genoeg, nooit was ze tevreden. Kreeg ze een mooie nep Gucci, was het niet de goede kleur, dat had hij toch eerst kunnen overleggen? Boekte hij als verassing een vakantie naar een luxe all-in resort, wilde zij liever rondtrekken. Dingen zien. Ze had willen meedenken. Al zijn hard verdiende geld had hij in haar behoeftebevrediging gestoken, maar hij had het net zo goed in een eindeloze put kunnen flikkeren, achter de alimentatie aan. Sukkel dat hij met haar getrouwd was, hij wist dat dit kon gebeuren. Een half jaar na de vechtscheiding kreeg ze al iets met … en liet hem in een kaal appartementje, tweehoog achter, achter.

Herman ging opnieuw voor de automaat staan, wreef in zijn handen, blies erin, drukte op het knopje dat zijn geld zou teruggeven, wachtte op het rinkelgeluid in het kleine bakje rechts onderaan, priemde zijn vinger door het glazen luikje heen dat het bakje afschermde en roerde rond, veegde zijn vinger van onder naar boven, van links naar rechts. Niets. Geen rinkelgeluid, geen twee euromunt. Hij schopte met dezelfde voet drie keer tegen de onderkant van de automaat, hupte naar het bankje, trok zijn gymp uit, klemde zijn hand om zijn tenen en kneep de aanzwellende pijn weg.

Hoezo schuld? had ze gezegd. Het was niemands schuld. Het was de nieuwe realiteit. Dat woord moest ze opgezocht hebben, het licht. En HIJ was bij HAAR weggegaan, het was niet haar beslissing geweest. Allicht niet, ze nam nooit een beslissing, dat liet ze aan hem over. En toen kwam het oude riedeltje over al die woede in hem, dat was voor haar ook geen doen meer. Hij moest daar eens een keer hulp voor zoeken, een cursus anger-management volgen, net als Robert de Niro in die film. Misschien dat het dan nog goed kon komen want ze miste hem soms een beetje. Vooral hun maandelijkse tangoles.

… kon niet dansen maar bezat andere kwaliteiten liet ze zich een keer ontvallen. Dat ze hem tegen het lijf was gelopen had haar ogen geopend. Herman sloeg met twee vuisten tegelijk tegen de automaat. Een loser was het, een zacht ei, een stijve hark. Maar met hem kan ik tenminste praten Herman. In zijn oren klinkt niet alles wat ik zeg als kritiek. Hij stelt me ook vragen, toont interesse. Ja, natuurlijk, die lullo had het op zijn Anna voorzien. Godverdegodver. Het was niet de bedoeling geweest dat ze iemand anders zou ontmoeten. Hij wilde haar gewoon een lesje leren, laten zien wat ze zou missen als ze het zonder hem moest stellen. Het was helemaal uit de hand gelopen. Dat die trut in zijn huis mocht blijven wonen van de rechter was van de zotte. Het rechtssysteem in Nederland was zo krom als de leuter van …

Hij maar zwoegen en zweten op het zoveelste pokkehuis van een ander dat gebouwd moest worden terwijl mevrouw met de beentjes omhoog lag bij de schoonheidsspecialiste met een stel vriendinnen, van zijn zuurverdiende centen. Allemaal snollen die onzin in haar hoofd propten dat ze beter af was zo. Hij dacht aan het bedrag dat hij elke maand moest ophoesten en kokhalsde.

‘Gaat het meneer?’

Vanuit voorovergebogen positie drongen een schoen, een slipper en een vieze geur zijn ruimte binnen, rot fruit, zoiets. Hij richtte zich op, registreerde een vale jas en daarboven het bebaarde gezicht van een zwerver. Vieze vuile stinkzwerver, die zou zo zijn hand ophouden, bedelen om geld voor een slaapplek. Ze gebruikten altijd dezelfde rotsmoes, die tering, kolere, die …lijers. Hermans hoofd werd heet, alles in hem schreeuwde om de zwerver op zijn bek te slaan. De man zette een stap achteruit, waarbij zijn slipper ongelukkig naast de gymp van Herman achterbleef. De stinkende wezel dook een beetje ineen. Herman staarde naar zijn gymp naast de afgeragde slipper. Robert de Niro, klonk het in zijn hoofd. Fucking Robert de fucking miljonair Niro. Spelen dat je boos bent en daar je geld mee verdienen, dat leek hem ook wel wat. Herman drukte de knokkels van zijn gebalde vuisten tegen het koude metaal van het bankje, sloot zijn ogen, telde tot tien, bleef rot fruit ruiken wat net zo goed uit zijn eigen gymp kon komen, opende zijn ogen weer. De zwerver hief zijn handen afwerend voor zich toen Herman de slipper oppakte.

‘Hier maat, jij kunt er ook niks aan doen. En nou optyfen.’

De zwerver holde op een schoen en een sok naar de uitgang.

Herman trok zijn gymp aan en zijn jasje uit, ging voor de automaat staan. ‘Jij gaat mij nu of mijn blikje cola geven of mijn geld, kies maar.’

Hij pakte met beide handen de automaat beet, zette zijn voeten ver uit elkaar en begon te schudden, kreeg niet genoeg grip, ging met zijn buik tegen de automaat staan, wang tegen metaal, spande de spieren in zijn buik, borst en armen.

‘ANNAAAAAAAAAAH!’

De automaat kwam een centimeter los van de grond, helde vervaarlijk naar hem toe. Hij wankelde op zijn zere tenen. Achter hem vonkte remmend ijzer in een schurende tango.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS