‘Ik weet het niet.’
‘Wat niet?’
‘Wat ik schrijven zal.’
‘Dan schrijf je toch niet.’
‘Maar dan blijft het zo leeg.’
‘Is dat erg?’
Stilte.
‘Ik weet het niet.’
‘Wat niet?’
‘Alles niet.’
‘Kom op, gewoon wat meer je best doen en anders niet zeuren.’
‘Vind je dat ik zeur?’
‘Ga je nou wel of niet schrijven?’
‘Ik schrijf toch. Al kun je het nauwelijks schrijven noemen. Het is meer een experiment.’
‘Het leven is een experiment.’
‘Maar het gaat nergens over.’
‘Dat moet je niet te snel zeggen.’
‘Het gaat helemaal nergens over. En er zit ook veel te veel herhaling in en van die nietszeggende woorden.’
‘Dat zijn vaak de beste gesprekken.’
‘Ik weet het niet.’
Stilte.
‘Dat geeft niet.’
Experimenteren met taal en vorm is goed en nuttig. (uit Dialogen schrijven van Don Duyns)