‘Nothing any good isn’t hard,’ schreef F. Scott Fitzgerald en ik ben het daar grondig mee eensDit geldt zowel op emotioneel niveau als op ervaringsniveau, want niemand wordt een schrijver alleen maar door er een te willen zijn. Een roman schrijven is durven, is doen, is moeilijk.

Wanneer ik niet schrijf ben ik me ervan bewust dat ik iets mis. En als dit lang duurt raak ik geïrriteerd en als het té lang duurt, lusteloos. Ik weet dat hoe langer ik wacht, uitstel, hoe moeilijker het zal zijn om weer te starten.

Wanneer ik schrijf, zeker als het goed gaat, stap ik in een andere dimensie. Ik leef mijn leven en ik leef tegelijkertijd in het verhaal dat ik creëer. En als het heel goed gaat kom ik in een flow, haal ik dingen uit mezelf waarvan ik me niet bewust was dat ik ze kon.

Toch is er, of ik nu het gevoel heb dat ik hard moet werken of dat het haast vanzelf gaat, altijd dat ene stemmetje. Ik denk dat iedereen die iets creëert het wel kent: ‘Doe ik het goed? ‘Is dit goed?’ Ik weet inmiddels dat dit stemmetje erbij hoort. Het is vervelend, maar ook broodnodig, want: nothing any good isn’t hard.

Vorige week stuurde ik mijn nieuwe versie van ‘In je dromen ga jij’ naar mijn uitgever Hedda. Op zo’n moment gilt het stemmetje het uit: ‘Help, help’ en ‘ze gaat het niet goed vinden’ en nog meer ‘heeeeelp!’ Maar door de reactie van Hedda heb ik twee dingen geleerd. Dat zij een hele goede uitgever is die ervaring heeft met stemmetjes én dat ik zelf best wel weet wanneer het stemmetje puur paniek zaait. Ze vroeg: ‘En Inge, denk je dat er nog een feedbackronde nodig is of denk je dat het zo goed is?’

‘Hè? Wat? Eh?’ Vraag je dat aan mij? Kortsluiting in mijn hoofd, een tijdje niks en dan dalen haar woorden in. Natuurlijk vraagt ze dit aan mij. Ik ben de schrijver van dit verhaal, ik moet zelf aanvoelen of het goed is, goed genoeg is. Ik sluit mijn ogen, denk aan de eerdere feedbackrondes, het herschrijven, het sleutelen, het toevoegen van karakter, van details, hoe de flow het soms overnam en ik het verhaal ademde en de personages in mijn hart sloot. Hoe tevreden ik ben met het begin, met het einde en alles daartussenin. Niets is perfect en dat hoeft ook niet. Dus antwoord ik: ‘Het is goed zo.’

Ik voel een grote dankbaarheid. Hedda begrijpt hoe precair dit hele proces is. Dit proces van naar binnen gaan en aanvoelen wat er is, wat er nog nodig is of juist niet. Het komt ook terug in mijn boek en dat gebeurt niet voor niets. Het is een leidraad in mijn leven: steeds meer durven vertrouwen op dat stemmetje, aanvoelen wanneer ik er wel naar moet luisteren en wanneer niet. Durven vertrouwen op hetgeen ik kan en daarmee de weide wereld ingaan, ook al is dat niet gemakkelijk.

En dan herinner ik me dat ik tijdens mijn boekpresentatie van mijn debuut in augustus 2015 een Hennatatoeage op mijn hand had staan. Toen, drie jaar geleden, was ik al met dit nieuwe boek bezig. Een roman schrijven is ook doorzetten. ‘Goed bezig Ing,’ zegt het stemmetje. Nothing any good, isn’t hard indeed!

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS