schrijven
schrijven

Terroristen schoten cartoonisten (en een agent die in de weg liep) dood, omdat ze hun werk kwetsend vonden. Niet veel later schoten agenten de terroristen dood. Zonen en vaders, agent, cartoonist, terrorist. Dood. Gekte. Ik denk er veel over na, misschien wel te veel, en wordt er verdrietig van. Het is van een andere orde, maar toch. Zal ik met mijn boek niemand kwetsen? Het is een roman, het is fictief, maar mensen kunnen zich erin herkennen. Ik denk niet dat die ene ex werkgever bijvoorbeeld, die ik niet zo aardig wegzet, mij overhoop komt schieten, maar het kan wel kwetsend zijn voor hem. Hij weet niet wat waar is en wat verzonnen. Stiekem hoop ik dat hij mijn boek nooit zal lezen, maar dat is eigenlijk ook weer laf. Arnon Grunberg meen ik, zei eens: ‘Je kunt het nooit goed doen als schrijver. Of mensen zijn gekwetst als ze zich herkennen in je boek of mensen zijn gekwetst als ze zich er niet in herkennen.’  Schrijven, tekenen, schilderen, fotograferen, we doen het om ons te uiten, maar die uiting is altijd eenzijdig, vanuit onze beleving, onze waarneming. Stel die ex-baas leest mijn boek, leest: zijn venijn werd slechts bedekt door een dun laagje charme…dan roept hij mogelijk: ‘Verdomme, zo ben ik toch helemaal niet, hoe kan die trut dat nou zo opschrijven?’. Hij weet misschien niet dat ik als schrijver de personages moet aandikken, moet overdrijven, moet uitvergroten (hé, is dat ook niet wat de cartoonisten doen) om de aandacht van de lezer te grijpen. Of mijn bloedeigen moeder, de laatste persoon op aarde die ik wil kwetsen, die vast wel doorheeft dat een boek over een moeder-dochter relatie door haar eigen dochter op een flinke portie gedeeld verleden berust. Maar begrijpt zij ook wat ik er allemaal bij heb verzonnen? Het is geen strakke grens, dat buitelt en tuimelt in woorden en zinnen en gedachten en handelingen door en over elkaar heen. Precair is het, de woorden, de tekeningen, de meningen en de waarheden.

Waren de cartoonisten er op uit om de terroristen te kwetsen? Of gaven ze slechts hun ‘uitvergrote’ versie van hoe zij de wereld zien; het duiden van verleden, heden en toekomst? Los daarvan, bewust of onbewust, kwetsend was het. Je ziet nu overal cartoons van potloden tegenover geweren. Maar misschien moet iemand eens een terrorist met een potlood in zijn hand tekenen, brengt ze dat op een idee? Misschien moeten alle terroristen als de wiedeweerga op tekenles? En hoe zit het dan bij mij? Moet ik stoppen met schrijven omdat ik mogelijk anderen kwets? Nee. Maar ik ben me wel bewust van het dunne koord waarop ik balanceer en dat voelt kwetsbaar.

P.s: Ik bied bij voorbaat mijn excuses aan als mensen straks gekwetst worden door mijn boek. Iedereen die zich meent te herkennen, of juist niet…jullie mogen altijd terugschrijven.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS