Een van de dingen die ik ontzettend leuk vind aan schrijven is dat een verhaal of roman uit zoveel onderdelen bestaat. Het is net een taart die je wilt bakken. Eerst zet je alle ingrediënten klaar: karakters, plot, structuur, perspectief, dialoog, interne gedachten, handelingen, woorden, ritme, spanningsboog, streven, conflict (ik vergeet vast nog van alles, laten we dat de geheime ingrediënten noemen). En dan ga je die ingrediënten verwerken, een beetje husselen mag best. Mix flink wat woorden met een snufje ritme en een scheutje spanning. Voor je het weet heb je een scene en dat smaakt naar meer. Bouw je eerst je raamwerk (de sceneketting die ik in mijn vorige blog beschreef is zeer bruikbaar) of begin je lekker te schrijven en kijk je hoever je daarmee komt? Elke taart is anders en elke taartenbakker ook. Laagje voor laagje bouw jij je taart zoals je hem hebben wilt. Misschien ontdek je dat dat ene personage wat meer pit nodig heeft en dat je na 30.000 woorden toch echt eens naar je opbouw moet kijken omdat je anders vastloopt. De een bakt zijn taart in de verleden tijd, de ander liever in de tegenwoordige tijd. Het maakt niet uit zolang jij maar de controle houdt over je recept en weet waarom je het zo doet. Smaken, geuren en kleuren moeten kloppen, het moet lekker mengen, de verhoudingen moeten goed zijn; anders krijg je een misbaksel dat niemand lekker vindt. En als die taart dan klaar is en jij het als een waar meesterwerk beschouwt waar je ziel en zaligheid in zit, dan is het niet verkeerd om hem een tijdje te laten rusten. Het liefst een maand of drie. Als je daarna nog steeds een goed gevoel hebt of juist een beetje twijfelt (dat laatste is het meest waarschijnlijk), stuur je hem langs een meester-bakker voor de lakmoesproef en laat je hem testen op kwaliteit; ‘je gaat immers voor de ultieme smaak’. En dan, na het verwerken van de tips van de meester en de extra uren proeven en testen, durf je het aan. Je schuift je taart de oven in.

Later komen de eters. Je serveert je taart vol trots. Door sommigen wordt hij verslonden, anderen nemen een zuinig hapje dat ze later stiekem in een servetje uitspugen en wegmoffelen. Tja, smaken verschillen, gelukkig wel. En misschien ben jij in je hoofd alweer bezig met een spannend nieuw recept.

Instagram
Twitter
Visit Us
Follow Me
LinkedIn
Share
RSS