Bij Bruna in Horst
Zaterdag 21 november mochten collega Karin Belt (schrijfster van De Midlife Club) en ik elkaar interviewen bij de Bruna in Horst, daarna gingen we in gesprek met lezers en was er tijd om onze boeken te signeren. Het was een intiem georganiseerde en fijne middag waarin ik mooie mensen heb ontmoet.
Vrij schrijven
In het kader van weinig puf maar toch genoeg noodzaak voelen om er een blogje uit te persen (hè, dat klinkt vies), geef ik jullie hierbij enkele quotes van bekende en minder bekende schrijvers ter lering en vermaak!
‘Het doet er niet toe wat je schrijft, als je maar schrijft.’ – Marguerite Duras
‘Als je, voordat je eraan begint, voordat je gaat schrijven, enig idee had van wat je gaat schrijven, zou je nimmer schrijven. Dan zou het niet hoeven.’ – Marguerite Duras
‘Laat een innerlijke criticus en publiek achterwege. Kijken, luisteren, voelen, aandacht hebben voor wat er in jezelf beweegt en dat noteren.’ – Jolanda Loof
‘Ga voorbij je eigen weerstand van wat wel of niet betamelijk is, wees eerlijk tegenover jezelf. Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gedachtestroom. Dat is vrij. Een ingang naar vrijheid. Daarna kun je over alles schrijven.’ – Jolanda Loof
‘Vergeet het moeten, vergeet de lezer, vergeet de vorm, vergeet dat je nog moet koken.’ – Jolanda Loof
‘Schrijf over wat je bezighoudt, wat je aangaat.’ – Roos Hoogedoorn
‘Lof heeft een schrijver nodig, geen kritiek. Kijk naar wat goed is in een zin of aan een woord en doorgrond waar dat in zit. Vanuit die positieve houding kan een schrijver verder.’ – Roos Hoogedoorn
‘Geloof in jezelf, durf te leren, durf te schrijven en te herschrijven, durf fouten te maken, zet door, durf buiten de gebaande paden te gaan, geloof in jezelf (ja die is belangrijk) en durf te zeggen: ik heb iets te vertellen.’ – Inge van der Krabben
‘Denk lang na, vergeet alles en schrijf als een motherfucker.’ – Inge van der Krabben
‘Als ik niet kan schrijven omdat ik bang ben een slechte schrijver te zijn, dan moet ik maar een slechte schrijver zijn. In ieder geval schrijf ik.’ – Susan Sontag
Worstelinge
Ik worstel met mijn tweede boek (raar woord eigenlijk worst-el-ing…een e erachter en ik lees mijn naam), in de zin van dat ik niet verder schrijf. Eerlijk gezegd worstel ik met alles op het moment (uit elkaar gaan, verdriet om wat eens was, om de kinderen, om mezelf). Mijn leven is een grote chaos. Dat past dan wel weer in deze tijd waarin de hele wereld lijkt te worstelen. Dan heb je houvast nodig en die houvast vind ik verrassend genoeg in mezelf en de dingen die ik doe. Oké, ik schrijf even niet letterlijk aan boek twee, maar in mijn hoofd werkt het verhaal door. Dit geeft me hoop, want het moet wel een sterk verhaal zijn als het door die maalstroom van gedachten heendringt. Ook zou ik eigenlijk een paper moeten schrijven voor mijn docentenopleiding. Ik stel het uit, maar heb geen angst dat het er niet komt. Weer omdat ik er in mijn hoofd mee bezig ben, nadenk over wat ik precies wil zeggen en hoe ik dat het beste kan zeggen. En ik weet gewoon dat ik het straks in een mum van tijd op papier heb staan. Mijn probleem zit hem niet zozeer in het schrijven als wel in het beginnen, dacht ik heel lang. Ik dacht dat ik uitstelde, dat de boodschappen, het huishouden, geld verdienen met ander soort werk belangrijker waren dan te beginnen. Nu weet ik dat juist die gedachte (waarom schrijf ik niet aan mijn boek, aan mijn paper) het probleem is en dat in dat probleem de oplossing verscholen zit. Schrijven is niet gebonden aan tijd, is niet gebonden aan papier. Natuurlijk, je moet een keer letterlijk gaan typen, maar schrijven in je hoofd is net zo goed schrijven. Blijkbaar is het nu nog nodig dat ik in mijn hoofd blijf schrijven. En dat is heel sterk bij mij, zelfs als mijn leven een puinhoop is. Maar is mijn leven wel een puinhoop? Of ben ik juist de puinhoop aan het opruimen? Ik richt me op wat wel lukt. Denken, deze blog schrijven, lezen, opdrachten voor mijn studie maken, lesgeven. De problemen die ik ervaar, zijn tegelijkertijd de oplossing. Het schrijven van mijn tweede boek is groter dan alleen het typen van de woorden, het uit elkaar gaan van twee mensen is groter dan de fysieke scheiding, het drama in Parijs is groter dan Isis tegen het westen. Pas als je nadenkt over deze dingen, ze onderzoekt, en weet wat precies het probleem is kun je er iets aan doen. De kunst is om er dan ook iets aan te doen. Susan Sontag verwoordde dit heel mooi:
‘The solution to a problem – a story that you are unable to finish - is the problem. It isn’t as if the problem is one thing and the solution something else. The problem, properly understood = the solution. Instead of trying to hide or efface what limits the story, capitalize on that very limitation. State it, rail against it.’
Bij de Hebban Debutenleesclub
Mijn boek wordt door vijftien lezers gerecenseerd op de Hebban Debutenleesclub. Binnenkort krijg ik al hun vragen naar aanleiding van hun leeservaring en verschijnt er een leesverslag.
Te volgen op www.hebban.nl
Op www.scriptplus.nl
Een mooie recensie van mijn boek op de website van Scriptplus door Jelle Jeensma.
SCHRIJVEN IS ONTDEKKEN WIE JE BENT
2 nov 2015 13:16 | Scriptplus
Onlangs debuteerde Scriptplusser Inge van der Krabben met haar roman ‘Tot waar we kijken kunnen’. Het is een vaardig geschreven verhaal over de relatie tussen een dochter en haar moeder. Iets van alle tijden, maar daarom niet minder actueel.
We leven in een jachtige wereld. Dat is trouwens niet van vandaag of morgen. Begin negentiende eeuw sloegen met de komst van de trein de koeien in het landschap op de vlucht. De opkomende industrialisatie in die dagen leidde voor mensen tot een versnelling van hun leven. Tegenwoordig is de hectiek compleet door de klok, de sociale media, de prestatiemaatschappij, enzovoort. Hoe behouden we de rust in onszelf en hoe krijgen we voor elkaar dat we niet worden meegesleurd door de waan van de dag en door to-do-lijstjes? Hoe brengen we nog echt aandacht voor elkaar op? En hoe zijn we door een druk bestaan nog in staat tot introspectie? Door te schrijven!
Dit geldt zeker voor Inge van der Krabben. In het dankwoord achterin haar boek verklaart ze: ‘Schrijven is voor mij thuiskomen. Het helpt mij ontdekken wie ik ben en hoe ik mij verhoud tot de wereld en de mensen om mij heen.’ Schrijven en leren schrijven zit in het DNA van Inge, want eerst volgde zij bij Scriptplus de opleiding Verhalend Proza en momenteel legt zij bij onze schrijfschool de laatste hand aan de opleiding Docent Creatief Schrijven.
Ratrace
Schrijven is een manier om je gevoelens en gedachten te ordenen, een plaats te geven. In ‘Tot waar wij kunnen kijken’ zit hoofdpersoon Janne tegen een burn-out aan. Op kantoor heeft ze de ratrace om promotie – laten zien dat ze commerciëler, harder, overtuigender is dan haar collega’s – verloren. Ze is uitgevallen, zit als een zombie thuis en gaat uit pure ellende maar een binnenmuur verven. Per slot van rekening gaat van schilderen iets rustgevends uit; het is een meditatieve bezigheid. Maar als de kwast uit haar hand glibbert en op de vloer belandt ziet ze daar haar notitieblokje liggen.
‘Ze pakte de pen uit het boek en zette een kras op de muur. Pen op de muur. Ze zette nog een kras en nog een. Steeds sneller, harder, grilliger bewoog haar hand over de muur. Krassen werden woorden, werden zinnen. Ze schreef, scheef, SCHEEF. De wereld hing scheef en zij dreigde eraf te vallen. De zinnen werden pijn en angst en verdriet op een muur van tranen, tot haar knieën het begaven en ze erdoorheen zakte, in een streep tot op de grond waar de verfpot stond, waarin de pen en haar hand uiteindelijk belandden.’
Uitvliegen
Het is een mooie beschrijving van hoe Janne zich voelt. Schrijven is voor haar een manier om grip te krijgen op de chaos in haar binnenste. Dat wil, gezien deze passage, niet direct lukken. Maar we kunnen het ongewild dopen van haar pen in de verfpot duiden als het symbool van de ouderwetse kroontjespen in een inktpot. Het komt erop aan om door te gaan met schrijven. Indopen en schrijven, doorschrijven.
De moeder van Janne, Dina, is een overactieve en bemoeizuchtige ouder. Ze geeft haar dochter niet de gelegenheid om zelf keuzes in haar leven te maken. Het is een veelvoorkomend verschijnsel: ouderliefde die zich uit in het omknellen van het kind. Dina stelt, weliswaar uit goede wil, allerlei verwachtingen aan Janne. Maar elke ouder behoort op zeker moment een jong te laten uitvliegen, los te laten, erop te vertrouwen dat het wel goed komt. Dat is het thema van dit boek.
Complicatie is dat Dina ongeneeslijk ziek is, ze heeft kanker, maar wil dat niet onder ogen zien. Er valt nog zoveel te doen in haar leven. Ze heeft een lijstje gemaakt, waarop voornemens staan als ‘Drijven in de Dode Zee’ en ‘Holland’s Got Talent’. Wat dit laatste betreft: met konijn Carel wil ze meedoen aan het televisieprogramma Holland’s Got Talent. Te kolderiek voor woorden natuurlijk om dit vlak voor je dood na te streven. Gelukkig komt ze tot het besef dat het in het leven om andere zaken gaat dan om werelds vertier en succes. En gelukkig staat haar dochter op dat to-do-lijstje op nummer één. Janne komt daar uiteindelijk achter.
Van dichtbij zien
Ook dochter Janne komt tot inkeer. Zij beseft dat haar ‘bijna-burn-out’ niet komt doordat ze geen promotie had gekregen, waar ze zo haar best voor had gedaan: ‘(…) ze had iets nagestreefd wat helemaal nooit haar doel had moeten zijn.’
Moeder en dochter verzoenen zich, ook al is dat zonder al te veel woorden. Ze weten genoeg van elkaar. Dina laat haar dochter los, durft haar op eigen benen te laten staan, haar eigen geluk te laten vinden. Dina laat ook het leven los, sterft. Aan haar graf zegt Janne: ‘We zien elkaar tot waar we kijken kunnen.’ Goed kijken betekent niet ver kijken. Het is van dichtbij zien, naar je naasten. Dat geldt ook voor een dierbare die is gestorven: die blijft voortleven in je herinnering.
Dit boek is een pageturner.
Jelle Jeensma
Interview en signeren bij Bruna in Horst
Op zaterdag 21 november 2015 zullen collega-auteur Karin Belt en ik elkaar interviewen over onze debuten 'Tot waar we kijken kunnen' en 'De Midlife Club' bij de Bruna in Horst van 14.00 - 16.00 uur. Dit alles onder het genot van een lekker stuk Limburgse vlaai. De boeken staan alvast klaar voor het signeren!
In Schrijven Magazine
Een interview met mij door Zara Mansourova in Schrijven Magazine nummer 5 oktober/november 2015 in de rubriek 'Iedereen kan schrijven'.
Lezing bij The Readshop in Hedel
Op 21 nov gaf ik een lezing in The Readshop in Hedel. Het werd een gedenkwaardige avond met veel 'oude bekenden' en een interessant en zelfs emotioneel gesprek met lezers. Het moeder-dochter thema was voor velen herkenbaar.
De ongelukkige schrijver
Op mijn vorige blog over de gelukkige schrijver reageerde iemand als volgt: ‘Gelukkige schrijvers bestaan niet’. Daarom deze keer een blog over de ongelukkige schrijver. Nee, grapje. Daar kan ik helemaal geen blog over schrijven, dat laat ik liever aan de ongelukkige schrijvers zelf over. Maar die reactie zette me wel aan het denken. Als ik net een blog schrijf over dat ik zo gelukkig word van schrijven en iemand daarop reageert dat zoiets niet bestaat, ontkent diegene dan dat ik besta? Is dat niet net zoiets als zeggen dat God niet bestaat - niet dat ik mezelf of wie dan ook met god vergelijk, het gaat even om het idee erachter, stay with me - of zeggen dat god wel bestaat. Is het ontkennen van het bestaan van iets nou niet net waarom het helemaal misgaat in de wereld? De oorzaak van oorlogen en discriminatie. Dat je zo weinig inlevingsvermogen hebt, of een bepaalde wrok koestert of jaloers bent of erger nog: haat, en daarom de ander ontkent in wie die persoon is, in hoe die persoon is? Als ik zeg dat ik een gelukkige schrijver ben en mezelf dus een gelukkige schrijver vindt, dan is dat zo voor mij. Net zoals die ander een ander soort schrijver is, ongelukkig misschien, voorzien van voldoende lijden om te kunnen schrijven. Ik hoor het vaker, schrijvers die zeggen dat lijden nodig is om te kunnen schrijven. Schrijven maar zou ik zeggen. Mensen die schrijven verdienen applaus. En misschien weten ze het niet, of voelen ze het (nog) niet, maar de ongelukkige schrijvers onder ons, schrijven zich stiekem met ieder verhaal een beetje gelukkiger.
Laat het er allemaal zijn. Ontken de ander niet, waan je niet meer of minder dan de ander. Laat alle godsdiensten er zijn, al die prachtige wetenschap, al die mooie mensen. Ik word soms zo moedeloos van de vooroordelen, misverstanden, klein of groot en vraag me af waarom we niet meer mededogen hebben met elkaar. Gewoon elkaar laten zijn. Wat een leed, wat doen we elkaar aan? Ik begrijp het wel; je kunt er ongelukkig van worden.